Do it yourself: Tuinbewatering met Ollas uit terracotta potten
https://www.waschbaer.nl/magazin/diy-tuinbewatering/
11 juli 2023
Onderhoud
Riet bijhouden
Het is van belang om het riet heel regelmatig te verwijderen zodat de plant op een gegeven moment uitgeput raakt en afsterft. Dit is wel een klus voor de lange adem. Het beste moment om het riet te verwijderen is als de plant nog kort is. Wacht dus niet te lang hiermee!
Snij het riet af net onder het wateroppervlak zodat de holle stengels vol lopen met water en de plant ‘verzuipt’. Dit kan met een scherpe schoffel of hark. Dit kan het hele jaar door. Het is ook mogelijk om een waadbroek van de vereniging te lenen. Zorg dat er altijd iemand in de buurt is als u in de sloot bezig bent.
Voor meer advies neem contact op met een van de bestuursleden of de VUT-ploeg die elke dinsdagochtend op het terrein aan het werk is.
Mulchen Is de oplossing voor de komende veranderingen
30 mei 2021 door Frank Anrijs
Het besef dat de weersomstandigheden veranderen en dus ook de omstandigheden om te tuinieren groeit in een snel tempo. Dat de bodem in dit verhaal een grote rol kan spelen, wordt voor veel mensen ook steeds duidelijker. En de beste manier om je bodem beter te maken, om de structuur te verbeteren en ervoor te zorgen dat je droge én natte periodes beter doorkomt is toch wel mulchen. En hopelijk groeit ook dit besef de komende jaren en slaan we allemaal massaal aan het mulchen in onze tuinen.
Tuinieren
WEL of NIET spitten?
De grond op ATV Galecop, de punt van Plettenburg, is klei. Heel vruchtbaar maar ook zwaar. In de winter klinkt deze in. Door de grond in het najaar om te spitten kan de vorst zijn werk doen. De kluiten bevriezen en dat levert een goed bewerkbare grond op in het voorjaar.
Momenteel is het niet mogelijk om via de vereniging uw tuin te laten frezen. Wij zijn op zoek naar vrijwilligers hiervoor.
Wilt u tips voor het spitten? Op de tuin vertellen de ervaren volkstuinders u er graag meer over. Ieder heeft zo zijn eigen tips en methodes. U kunt het spitten, tegen betaling, ook uit handen geven door onze tuinder Frank Kalka, tuin 158, tel. 030 6034986.
Tegenwoordig zijn er ook no-dig methodes. Charles Dowding (uit Engeland) is een beroemde voorstander voor no-dig tuinieren: https://www.youtube.com/@CharlesDowding1nodig
Gebruik van een kas
Hierin leuke tips en wetenswaardigheden wat er zoal te doen is in en om een kas het hele jaar rond.
Handig voor beginnende, maar ook voor de ervaren tuinder.
Gebruik van de kas, een jaar lang
Groenten en fruit
De aardpeer
De aardpeer hoort net als de zonnebloem tot de familie van de compositen. De Latijnse naam is Heliantus tuberosis. Ook worden ze wel topinamboer of Jerusalem artisjok genoemd. De naam aardpeer zou doen vermoeden dat ze lijken of smaken als de aardappel of de peer. Dit kunt u dus los laten, het lijkt op geen van beiden. De smaak is echt heel anders.
Even iets over de aardpeer.
Het groeit overal, maar op natte gronden verrot de aardpeer gemakkelijk. De plant bloeit in de late herfst en geeft mooie kleine hardgele zonnebloemachtige bloemen. Wel na het snijden van de bloemen deze snel op water zetten, is de bloem eenmaal slap dan lukt het niet meer om deze mooi in de vaas te krijgen. De planten worden 2 meter hoog, dus een goed plek is achter in de tuin. Verlaten plekjes achterin de tuin zijn echt heel geschikt voor de teelt.
De oogst is in de late herfst. De knollen kunnen de gehele winter in de grond blijven zitten en kunnen 30 graden vorst hebben.
Vruchtwisseling is niet nodig en ook niet wenselijk. Namelijk er blijven altijd stukjes in de grond achter en die lopen in het voorjaar weer uit tot nieuwe aardperen, bij vruchtwisseling elk jaar zit je na verloop van tijd met de hele tuin vol met aardperen. Overigens zijn er veel mensen die de aardpeer als bloem in de tuin hebben zonder te weten wat voor goud ze in hun tuin hebben. Wil je deze als bloem in de tuin hebben dan moet je weten dat het blad in de herfst afsterft en dit dus opgeruimd moet worden. In het vroege voorjaar komen ze weer op.
De knollen zijn echt heel erg geschikt voor suikerpatiënten. (ook de pastinaak is goed voor deze doelgroep) De inuline is goed voor mensen met suiker. Dit is ook goed voor de darmen. Er zit weinig suiker in aardperen.
Ook zou aardperen een goede werking hebben op reuma en jicht.
Behalve inuline zit er in aardperen biogeen, calcium, ijzer en natrium. Ook bevat aardperen vele eiwitten. Een nadeel: het geeft daardoor nogal wat winderigheid, maar dat hebben meerdere groentes……..
Aardperen kun je gemakkelijk bewaren. Op een vochtige koele plaats (maar niet afgesloten!) zijn ze tot april/mei te bewaren. Zoals gezegd kun je ze ook in de grond laten zitten en oogsten wat je nodig heb, maar indien het vriest heb je dan een probleem. Zijn ze weer ontdooit zijn ze weer te consumeren zonder enig smaakverlies.
Toen we de eerst keer aardperen kregen wisten we niet wat we met die rare misvormde knollen konden doen. Ze leken wel wat op gemberknollen. Nu maken we er heerlijke soep van, rauw kunnen ze in de sla en in de roerbak zijn ze onmisbaar. Ook zijn ze gebakken heel lekker met champions, uien en warme kaas. Nadat ze afgeborsteld zijn kunnen ze geconsumeerd worden. Wij vinden de smaak iets van walnoten hebben. De oogst is over het algemeen goed, zeker als ze op plekken geteeld worden waar anders niets kan groeien.
De aardperen zijn met zaad te vermenigvuldigen, maar dit is omslachtig en is mooi om andere soorten te kweken. De wijze bij ons om te vermeerderen is vegetatief, dat wil zeggen zonder bevruchting, zonder zaad. (aardappel dus ook). Dus de knol plant je in het voorjaar op 10 cm diepte in de grond. Wel is het van belang om ze in de zomer voldoende water te geven zodat er geen groeistop optreed.
Er zijn diverse soorten en kleuren. Zo zijn sommige wit, maar ook rode en gele. Ik teel alleen de witte.
Enige bekende soorten zijn: Bianca, rozo, French inprove, topiankafusegu.
Ik hoop dat u dit informatief vindt. Ik ben echt helemaal om en teel met veel plezier de aardpeer.
Uw gelegenheidsschrijver en mede hobbytuinder.
vrijdag, 5 oktober 2012
De tomaat
In het verhaal over de aardappel memoreerde ik al kort over de tomaat. Dit product verdient zeker een eigen verhaal, gezien de belangrijkheid van dit product zeker voor volkstuinders.
De Latijnse naam van de Tomaat is: Solanium Lycopersicum L. De giftige stof is Tomatine, verwant aan de giftige stof in de aardappel. (de verzamelnaam voor dit gif is Solanium). Ook een nachtschadeachtige. Indien de tomaat rijp is, verdwijnt de giftige stof. Het blad en stengel blijven echter giftig.
De tomaat komt ook uit Zuid-Amerika. De Maya’s en Azteken teelden de tomaat al. De tomaat was toen geel van kleur. In 1750 werden ze meegenomen door de Spanjaarden naar Europa, maar er werd toen weinig mee gedaan. Maar de Italianen begonnen het product gelukkig te waarderen. Door de tomaat te kruisen, kreeg ze de rode kleur. Pas in 1850 begon men in de rest van Europa de tomaat te waarderen als groente of fruit.
In de tomaat zitten weinig calorieën, daarom wordt ze erg gewaardeerd. Echter velen weten niet dat er vele zeer belangrijke voedingsstoffen inzitten. Zoals de vitamines C, B1,B2 en B6. Ook zitten in de tomaat de mineralen kalium, fosfor en magnesium.
Voor ons hoofdzakelijk oude mannen op de tuin zit er nog een belangrijke stof in. Namelijk licopeen. Dit geneest onder andere kanker. Dit is goed tegen prostaatkanker. Het zou vrijkomen bij bewerkte tomaten, dus bij koken, bakken en pureren.
Er zijn vele ziektes in tomaat, vooral doordat het vaak te vochtig is in ons land. De belangrijkste vind ik wel PHYTOPHTHORA. Dit is echt een plaag en komt ook voor bij de aardappel, daarom is het bijna onmogelijk de tomaat buiten te telen. Ook komen er vele beestjes op voor.
De meeste tomatensoorten zijn zaadvast. Dit is belangrijk voor ons als volkstuinder. Dit houdt in dat u heel gemakkelijk zaad zelf kan winnen en overhouden. Zelf teel ik de rode vleestomaat, de ronde tomaat (Moneymaker), de trostomaat (kan iets beter tegen phytophthtora). Ook teel ik de gele (zachtere schil) en de paarse tomaat (meer vruchtvlees en zachte, aparte en knapperige smaak.
Tomaten zaai ik binnen achter glas in maart. Mijn kamer staat er dan helemaal vol mee. Van belang is dat het boven de 20 graden is. Indien ze opkomen na ongeveer 2 weken, verspeen ik ze in de kas. In mijn kasje heb ik de mogelijkheid om ze uit de vorst te houden. In mei plant ik ze uit in mijn kas.
Jan Schoenmaker (tuin 144/145)
woensdag, 13 november 2013
Altijd al gedroomd van uw eigen wijngaard?
Ook op bij ATV Galecop worden druiven verbouwd! Cees van Oers heeft druiven die geschikt zijn voor ons Nederlandse klimaat en het type kleigrond op ons volkstuincomplex.
Druivenstokken kopen of bestellen ?
Heeft u belangstelling voor het verbouwen van druiven? Zoek dan contact met Cees van Oers op tuin nr. 67. Hij wil U graag helpen met advies over het planten en verzorgen van druivenstokken.
Santé!
Een bezoek waard
vrijdag, 31 augustus 2012
De “Kleingarten” of “Schrebergarten” in Duitsland.
Afgelopen zomer waren we op vakantie in oostelijk Duitsland. Steden zoals Erfurt, Eisenach,Naumburg, Quedlingburg en Leipzig werden bezocht. Het is een aanrader. Er is veel te zien, het is schoon en je beleeft op vele campings nog het oude Oost-Duitse karakter. Wat ook opviel is dat de mensen hulpvaardig zijn. Regelmatig stonden we stil om de weg te zoeken, waarbij iemand ongevraagd naar ons toekwam om te helpen. Wat in alle steden opviel was dat er in elke stad vele volkstuincomplexen waren en allen met een open karakter. De volkstuinders waren hulpvaardig bij het betreden en lieten ons alles zien op hun eigen “landgoed”. Hun eigen tuin, soms vol met groentes, een andere keer een mix met bloemen en of recreatietuinen. Wel waren de tuinen over het algemeen groter van oppervlakte dan bij ons, maar dat kwam ook door het grotere tuinhuis en recreatieve gedeelte.
Tijdens deze vakantie hebben we in Leipzig het “Deutsches Kleingartenmuseum” bezocht, alsmede het daaraan grenzende volkstuincomplex de zogenaamde “Schrebergarten”. Openingstijden museum dinsdag en donderdag tussen 10.00 en 16.00 uur, in de zomerperiode ook zaterdag en zondag. Tevens zijn er op afspraak mogelijkheden om buiten de openingstijden dit museum te bezoeken. Adres AachenerStrasse 7 Leipzig. www.kleingarten-museum.de.
Deze laatste volkstuinen zijn genoemd naar Dr. Moritz Schreber. De oprichter van deze volkstuinen. Een chirurg, die vond dat volkstuinen goed waren voor de gezondheid van de mensen. Mensen waren dan immers in beweging in een gezonde omgeving, teelden gezonde groentes en hadden plezier in deze gezonde hobby. Dr. Schreber leefde van 1808 tot 1861. Hij deed dit samen met Dr. Ernst Hauschild. Ook hij werd niet zo oud en leefde van 1808 tot 1866.
Voor elke tuintje stond een bordje met daarop de historie van de tuin. Op dit bordje stonden de namen van degenen die het tuintje onderhouden hadden, soms ging dit heel erg lang terug. Ik heb er geen onverzorgde tuinen gezien!!
Wat opviel in Duitse steden dat er wel heel erg veel complexen van volkstuinen waren. In Leipzig waren dat er meer dan 20! De complexen heel meestal erg groot. Ook viel het me op dat er heel veel verschillende initiatieven waren om volkstuintjes op te richten, zo waren er initiatieven vanuit het Rode kruis, GGD, kerkgemeenschap of gemeente zelf,( de zogenaamde armentuinen, bij ons vroeger ook bekend vanuit onder andere de kerk) maar ook van diverse bedrijven zoals van de metaal- en bouwbond. Je nam een tuin bij je eigen groep mensen waar je je thuis voelde. Er waren dus zogenaamde armentuintjes, maar ook tuinen voor de rijke mensen, zoals de “Schrebergarten” waren. De diverse complexen waren op diverse locaties en dus ook zoals bij ons op de slechtere locaties zoals langs het spoor of net naast een stinkfabriek.
Tussen alle volkstuincomplexen onderling is centraal overleg. Recentelijk sloot de metaalbond zich daarbij als laatste aan, zo vertelde men ons in het museum.
Ook is er grote diversiteit tussen de complexen. Teelde men op het ene complex alleen bloemen op het andere complex weer alleen groenten. De complexen waren wel groot, omdat er toch meestal wel een mooie schuur of tuinhuis stond. Meestal kon men er slapen en had men er water en elektriciteit. Soms leek het meer op een buitenhuisje waar men kon slapen.
Ook had elke tuin veel speelruimte, zowel voor kinderen, maar ook om buitenfeesten te houden. Dit was meestal gelegen midden op het complex. Het zag er allemaal heel netjes, gezellig en onderhouden uit. De saamhorigheid op de diverse complexen was heel groot. Het leek meer op een grote familie.
Op het complex in Leipzig werd een maandblad uitgegeven met daarin onderwerpen over het complex, tuinieren en de activiteiten die geweest waren of nog te verwachten zijn! Alles was opgesierd met vele foto’s. Vooral voor de kinderen werd veel gedaan. Wat me in het blad opviel was dat men er rechtsbijstand kon krijgen.
Wat ook opviel was dat veel tuincomplexen een café of een restaurant hadden, waarbij de groentes voor het restaurant werden gekocht van tuinders op het complex. We hebben ook eenmaal gegeten op zo’n complex. Het was er gezellig, een goede sfeer en heerlijk gegeten!!